Er bestaan veel verschillende soorten bètaglucanen. Zo hebben bètaglucanen uit paddenstoelen en gisten (onder andere lentinan uit shiitake) vooral een immunomodulerend effect.
Bètaglucanen uit paddenstoelen en gisten zijn momenteel de meest veelbelovende klasse van immunostimulerende stoffen. Bètaglucanen uit granen (met name haver) hebben geen immunomodulerend effect en worden vooral ingezet bij cardiovasculaire aandoeningen.
Bètaglucanen zijn de laatste dertig jaren intensief onderzocht. Het meeste onderzoek heeft plaatsgevonden in relatie tot het immuunsysteem. In bètaglucanen zijn glucosemoleculen met elkaar verbonden via zogenaamde bètaverbindingen. De glucose-eenheden kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn. Zo kan het eerste koolstofatoom van een glucosemolecule met het derde koolstofatoom van de volgende verbonden zijn. Men spreekt dan van een bèta-1,3-verbinding. Maar ook bèta-1,4-, bèta-1,6, bèta-2,3- en bèta-3,6- verbindingen kunnen voorkomen.
In bèta-1,3/1,6-glucaan is er een basisketen met bèta-1,3 verbindingen, waarbij de zijketens via bèta-1,6 verbindingen worden gevormd. Lentinan uit shiitake bestaat volledig uit bèta-1,3/1,6-glucanen.
Voor immunostimulatie is het belangrijk dat de bètaglucaanketens veel 1,3-1,6 verbindingen bevatten. Andere verbindingen, zoals 2,3 en 3,6 zijn dan ineffectief en dragen alleen bij aan het vezelgehalte. Om goed werkzaam te kunnen zijn, dient het bèta-1,3/1,6-glucaanmolecule bovendien gezuiverd te zijn van vetten, eiwitten en contaminanten.
Bètaglucaan is zuurresistent, dus passeert het de maag vrijwel ongeschonden. In het darmkanaal worden de grote bètaglucaanmoleculen opgenomen door macrofagen in de darmwand, waarna ze geactiveerd worden en terugreizen naar de lymfeknopen en het beenmerg. In het beenmerg worden de bètaglucanen in kleinere glucaanfragmenten afgebroken die daar binden met specifieke receptoren op immuuncellen (neutrofielen en eosinifielen) in het beenmerg, welke vervolgens worden geactiveerd.
Bètaglucanen zijn relatief grote moleculen, maar met name lentinan uit shiitake is erg groot, waardoor de orale biologische beschikbaarheid wordt beperkt. Om deze reden wordt lentinan vaak intraveneus toegediend. Niettemin worden na orale inname zowel grote als kleine fragmenten van bètaglucanen aangetroffen in het bloed, wat betekent dat er toch absorptie plaatsvindt in het maag- en darmkanaal.