15,12

En stock

EMBALLAGE
120 capsules
EMPLOI
1 capsule per dag
ALLERGÈNES
Bevat: soja
COMPOSITION

Complément alimentaire avec vitamine D3
Ingrédients par gélule : cholecalciferol 25mcg, glycerol, gelatine,
l’eau distille, l’huile de soja

contient du soya

Mode d’emploi : 1 gélule par jour ou comme conseillé.

Garder hors de la portée et de la vue des enfants. Conserver à l’abri de
la chaleur et de l’humidité. Ne pas dépasser la dose journalière
recommandée. Un complément alimentaire ne peut pas remplacer une
alimentation variée et équilibrée, ni un style de vie sain.

CNK
4267431
AS
2214/6
  • Payez en toute sécurité
  • Livraison gratuite !
  • Envoi le même jour
  • Retour sous 14 jours
  • Conseils en ligne gratuits de notre pharmacien

Vitamine D wordt alom geroemd om zijn brede werking. Zo versterkt vitamine D het immuunsysteem. Zonlicht is voor ons verreweg de belangrijkste bron van vitamine D. Tijdens de wintermaanden, wanneer minder direct zonlicht aanwezig is, bestaat de kans op een tekort van de ‘zonnevitamine’. Dat maakt ons vatbaarder voor virale infecties zoals verkoudheden en COVID-19.

Omdat de vitamine D-receptoren zich in onze hersenen bevinden, hebben ze een directe invloed op de gemoedstoestand. Een tekort aan vitamine D staat dan ook in verband met depressie en wintermoeheid. Vitamine D helpt om calcium en fosfor goed op te nemen in de botten. Daardoor is extra vitamine D nuttig bij osteoporose. Ook patiënten met auto-immuunziekten, cardiovasculaire aandoeningen en psoriasis hebben baat bij extra vitamine D.

Vitamine D is een afwijkende vitamine in de zin dat het lichaam deze zelf kan aanmaken. Bij voldoende blootstelling aan ultraviolette straling uit zonlicht of andere bronnen is de eigen aanmaak vele malen groter dan wat via de voeding kan worden opgenomen. Pas bij onvoldoende zonblootstelling wordt vitamine D een essentieel nutriënt en wordt belangrijk hoeveel we ervan via de voeding innemen.

Vitamine D en haar metabolieten zijn structureel verwant aan de steroïdhormonen. Met name in het laatste decennium stapelen de wetenschappelijke publicaties over dit nutriënt zich op en wordt duidelijk dat vitamine D in veel meer lichaamsprocessen een rol speelt dan alleen de calciumstofwisseling.

In het rijke westen, waar vroeger varkensvet zorgde voor vitamine D3 en goede vetzuren in onze voeding, is ondanks een bijzondere wetenschappelijke ontwikkeling de beste bron van gezondheid verloren gegaan. Onze mestvarkens komen niet meer buiten en kunnen geen UVB-licht absorberen en dus ook geen vitamine D3 aanmaken voor hun eigen gezondheid, en die van ons. Triest genoeg blijkt dan ook dat de vitamine D-status van grote groepen van de bevolking ronduit slecht is, en dat de aanbevelingen en normaalwaarden voor wat een gezonde vitamine D-status is, aan herziening toe zijn.

In de vijftiger à zestiger jaren van vorige eeuw zijn grote inspanningen gedaan om met levertraanolie dat gebrek op te lossen. Een tijdelijke oplossing, zo blijkt. Nu is onze zee zo besmet met kwikzouten dat levertraanolie niet meer van aanvaardbare kwaliteit is, dat wij met z’n allen aan een vitamine D3-supplement moeten.

Zonlicht is voor de mens verreweg de belangrijkste bron van vitamine D. Het lichaam kan in de huid vanuit een metaboliet van cholesterol (7-dehydrocholesterol) vitamine D3 (cholecalciferol) aanmaken onder invloed van het UV-B deel van het zonlicht.

Het lichaam heeft een grote capaciteit om vitamine D3 aan te maken. Iemand die in badkleding in de zon zit totdat een lichte roodkleuring van de huid optreedt (erytheem), doet de bloedspiegels van vitamine D3 evenveel stijgen als wanneer deze persoon 10.000 tot 25.000 IE (250 mcg tot 625 mcg) vitamine D via een voedingssupplement zou nemen.

Mensen die wonen en werken in een tropisch klimaat, maken naar schatting 10.000 IE (250 µg) per dag aan; 100 maal meer dan de in België aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor volwassenen. 250 Microgram is ook ongeveer het maximum dat het lichaam per dag aanmaakt aan vitamine D.

Een gezonde blanke huid is in principe in staat om vrij snel grote hoeveelheden vitamine D aan te maken. Op de 52e breedtegraad, waarop België ligt, wordt in de zomer (mei-september) midden op de dag bij onbewolkte hemel en heldere lucht al na enkele minuten blootstelling van een type-1 huid (blank), met 25 % van het lichaamsoppervlak onbedekt en in horizontale positie, 25 microgram (1000 IE) vitamine D aangemaakt. In de winter (november-maart) is het, op dezelfde breedtegraad, onder geen enkele omstandigheid mogelijk om uitsluitend met behulp van zonlicht een adequate vitamine D status te handhaven.

Na excessieve blootstelling aan de zon ontstaat geen vitamine D-toxiciteit, aangezien op een gegeven moment een evenwicht tussen aanmaak en afbraak ontstaat, waarbij een overmaat vitamine D en previtamine D wordt omgezet in inactieve producten.

Vitamine D3 is één van de twee soorten vitamine D. Het zorgt ervoor dat de mineralen calcium en fosfor goed worden opgenomen in de botten. Het is een secosteroïde dat in de huid wordt gevormd onder invloed van ultraviolet licht met golflengte van 300 nm uit 7-dehydrocholesterol, een afgeleide vorm van cholesterol.

Cholecalciferol wordt in de lever gehydroxyleerd tot 25-hydroxyvitamine D3 (calcidiol) en tenslotte in de nieren gehydroxyleerd tot calcitriol (1α,25-dihydroxyvitamine D3), de actieve vorm van vitamine D.

Slechts zeer weinig voedingsmiddelen zijn een goede bron van vitamine D. Eigenlijk alleen vette vissoorten en de olie daaruit (met name de visleverolie in de vorm van levertraan) bevatten in vergelijking met ander voedsel relatief veel van het vitamine. Wilde zalm bevat 25 microgram per 100 gram, kweekzalm 10 mcg. Haring bevat 15 microgram vitamine D per 100 gram.

Ook eierdooiers bevatten meer vitamine D dan veel ander voedsel, maar de hoeveelheden zijn niet noemenswaardig (zelden meer dan 1,25 microgram per dooier). Aan margarine is in Vlaanderen vitamine D toegevoegd tot de niveaus die van nature in boter voorkomen (7,5 microgram per 100 gram). Consumptie van margarine of boter zal voor hooguit 1 microgram per dag aan de vitamine D inname bijdragen.

Het gehalte aan vitamine D-achtige stoffen in moedermelk is bijzonder laag en is sterk afhankelijk van de vitamine D-status van de moeder. Wanneer moeders reeds een subklinische vitamine D-deficiëntie hebben (zoals de meeste vrouwen in westerse landen op ver van de evenaar gelegen breedtegraden en vooral ook in islamitische gemeenschappen), dan hebben de zuigelingen een duidelijk hoger risico om snel een vitamine D-gebrek te ontwikkelen.

Nieuw onderzoek, gepubliceerd in het Amerikaans medisch vakblad The Journal of Leukocyte Biology, wijst erop dat ouderen profijt zouden kunnen hebben van vitamine D-supplementen in de herfst en winter ter bescherming tegen virale infecties.

Vitamine D mag dan bekend staan als de ”zon” vitamine. Een nieuw onderzoek toont aan dat het meer is dan dat. Volgens het verslag staan onvoldoende vitamine D-waardes in relatie tot een tekort in ons aangeboren afweersysteem (immuunsysteem), dat ons beschermt tegen infecties, tumorvorming en auto-immuunziekten.

Aangezien vitamine D-waardes verminderen gedurende herfst en winter als de dagen korten en het zonlicht betrekkelijk zwak wordt, kan dit verklaren waarom mensen meer bloot staan aan en gevoelig zijn voor virale infecties gedurende deze periodes. Het wijst er ook op dat vitamine D-suppletie speciaal bij de oudere bevolking de aangeboren immuniteit van mensen kan versterken tegen virale infecties.

Bij de meeste mensen kan je in de lente een vitamine D3-waarde van minder dan 20 ng/ml (50 nmol/L) vaststellen bij een bloedstaalcontrole. Het is absoluut nodig dat wij Belgen in de winter vitamine D3 uit een flesje nemen want de voeding is daarvoor bij iedereen ontoereikend, net zoals het UVB-licht in de wintermaanden te zwak is. Daarbij komt nog dat de enzymen van vijftigplussers minder goed functioneren en in de meeste gevallen 4x minder vitamine D3 aanmaken.

  • Botaandoeningen

Klassiek wordt een tekort aan vitamine D in verband gebracht met de volgende aandoeningen van de botten.

  • Osteoporose: de bekendste reden om met vitamine D te behandelen is osteoporose. De standaardbehandeling bij osteoporose is 10 mcg vitamine D per dag. Recent wetenschappelijk onderzoek wijst erop dat die dosering onvoldoende is en minimaal het dubbele moet zijn. Vermindering van de incidentie van fracturen treedt op wanneer de calcidiolconcentraties in het serum 72 nmol/L of hoger zijn, en deze verandering is waarschijnlijk het gevolg van zowel verbeterde botsterkte als vermindering van het risico op vallen door sterkere spieren.
  • Rachitis, ofwel ‘’Engelse ziekte’’: een ziekte bij kinderen die gekarakteriseerd wordt door geremde groei en misvorming van de lange botten. De botten buigen door onder het gewicht tot O of X benen.
  • Osteomalacie: een op rachitis lijkende aandoening bij volwassenen, gepaard gaande met spierzwakte en dunner wordende botten.
  • Myopathie: spierzwakte, bijvoorbeeld moeite hebben met traplopen of opstaan uit een stoel.
  • Auto-immuunziekten

Vitamine D remt mogelijk langs verschillende wegen het ontstaan van auto-immuunziekten, waaronder:

  • Multiple sclerose: er is een verband gesuggereerd tussen de vitamine D-status en het optreden van Multiple Sclerose. Dit heeft onderzoekers ertoe bewogen om het verband tussen MS en vitamine D verder te gaan onderzoeken. De tot nu toe gedane studies naar vitamine D ter behandeling van MS zijn te klein opgezet of hebben teveel verstorende variabelen om er harde conclusies uit te trekken.
  • Diabetes type 1: een Fins onderzoek uit 2001 vond dat kinderen die dagelijks 50 mcg vitamine D (2000 IE) kregen, 80 % minder kans liepen op type 1 diabetes.
  • Chronische darmontstekingen
  • Systemische Lupus erythematodes
  • Hart- en vaatziekten

Vitamine D-deficiëntie is geassocieerd met een toename van het risico op hoge bloeddruk en cardiovasculaire aandoeningen. In een populatie van 1.739 personen die vijf jaar werden gevolgd, bleek dat degenen met lage vitamine D-spiegels 62 % meer kans op hartfalen hadden.

  • Algehele mortaliteit

Een onderzoek recentelijk gepubliceerd in the Endocrine Society Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism (JCEM) suggereert dat vitamine D -bij gelijktijdige inname van calcium- de sterfte kan vertragen bij een aantal ouderen. Door het verstrekken van een dergelijk middel kan de levensduur mogelijk worden verlengd.

Onderzoekers hebben gegevens samengevoegd van acht gerandomiseerde gecontroleerde studies met meer dan 1.000 deelnemers per studie. De patiëntdataset bestond uit bijna 90 % vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 70 jaar. Gedurende dit drie jaar durende onderzoek is de mortaliteit vertraagd en verminderd met 9 % bij degenen met vitamine D met calcium.

 

  • Negatieve zwangerschapsgevolgen

Er is een verband tussen vitamine D-tekort en nadelige gezondheidsgevolgen zoals zwangerschapsdiabetes en pre-eclampsie bij aanstaande moeders en een laag geboortegewicht bij pasgeborenen.

Gegevens uit 31 studies werden opgenomen in de analyse, allen gepubliceerd tussen 1980 en 2012 met tussen de 95 en 1.100 deelnemers. De resultaten toonden aan dat zwangere vrouwen met een laag niveau van 5-OH vitamine D meer kans hadden om zwangerschapsdiabetes te ontwikkelen, een verhoogde kans op het ontwikkelen van pre-eclampsie en een verhoogde kans op bevalling van een baby te klein voor de zwangerschapsduur.

Vitamine D is van vitaal belang om onze spieren efficiënt te laten werken en ons energieniveau omhoog te krijgen. Studies hebben aangetoond dat de spierfunctie verbetert met vitamine D-supplementen en dat zij de activiteit van de mitochondria, de batterijen van de cel, verhoogt.

Naast een slechte gezondheid van het beenmerg, is spierzwakte een veelvoorkomend symptoom bij patiënten met een vitamine D-tekort. Deze vermoeidheid zou veroorzaakt kunnen worden door een verminderde efficiëntie van de mitochondria.

Mitochondria gebruiken glucose en zuurstof om energie te maken in een vorm die gebruikt kan worden om de cel te laten functioneren (de energierijke molecule ATP). Spieren gebruiken grote hoeveelheden ATP voor beweging en ze gebruiken kreatine fosforzuur als een kant en klare energiebron om ATP te maken.

De mitochondria vullen de voorraad kreatine forforzuur aan als de spier samentrekt, en meten hoe lang het duurt voordat de voorraad is aangevuld. Een betere mitochondriafunctie wordt geassocieerd met kortere kreatine fosforzuur hersteltijden.

Het team kwam tot de conclusie dat deze hersteltijden significant verbeterden nadat de patiënten een vaste dosis oraal ingenomen vitamine D kregen gedurende 10 tot 12 weken. De gemiddelde kreatine fosforzuur herstelhalveringstijd verminderde van 34,4 seconden naar 27,8 seconden.

Het is vrijwel onmogelijk om toxische hoeveelheden vitamine D uit voedingssupplementen te halen. Vitamine D heeft pas toxische effecten bij serumwaarden van 250 nmol calcidiol per liter of meer. Dergelijke waarden worden pas bereikt bij chronisch gebruik van meer dan 10.000 IE (250 µg) vitamine D per dag, honderdmaal de huidige aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor volwassenen. In voedingssupplementen is de toegestane hoeveelheid vitamine D wettelijk beperkt tot maximaal 5 µg per dag.

Voor producten die speciaal bedoeld zijn voor personen van 60 jaar en ouder, kinderen tot en met 6 jaar, zwangeren en zogenden geldt een maximale dagdosis van 15 µg vitamine D, maar alleen als op het etiket van een dergelijk product expliciet is vermeld dat het uitsluitend is bedoeld voor deze doelgroepen. Vandaar dat hoog gedoseerde vitamine D-producten in België onvermijdelijk een waarschuwingstekst op het etiket moeten hebben staan: “Dit product bevat hoeveelheden vitamine D die uitsluitend geschikt zijn voor kinderen van 1 tot en met 6 jaar, zwangeren, zogenden en personen van 60 jaar en ouder”. Paradoxaal genoeg is voor het normaliseren van de vitamine D-spiegels van de meeste Belgen vaak aanmerkelijk meer vitamine D nodig dan het wettelijk maximum.

Vanwege deze wettelijke beperking is het risico op overdosering van vitamine D door het gebruik van een voedingssupplement, mits men zich aan de aanbevolen dosering houdt, in België daarom uitgesloten. De maximaal veilige dosis voor vitamine D3 is onlangs in de EU verhoogd van 50 naar 100 µg (4000 IE) per dag.

Volgens een risicoanalyse uit 2007 kan deze waarde zonder bezwaar verder worden verhoogd tot 250 µg (10.000 IE) per dag. Voor kinderen van 1 tot en met 10 jaar is de veilige bovengrens recent verdubbeld, van 25 µg naar 50 µg per dag. Voor zuigelingen is deze nog steeds 25 µg per dag.

Bij langdurig gebruik van bepaalde medicijnen neemt de absorptie van vitamine D af, waardoor op den duur een gebrek kan ontstaan. Dat geldt voor: colestyramine (lipidenverlagend middel), neomycine (antimicrobieel middel) en orlistat (middel bij overgewicht). Neomycine verhoogt ook de uitscheiding van vitamine D.

Er zijn ook medicijnen die interfereren met het metabolisme van vitamine D. Enzyminducerende anti-epileptica (carbamezepine, fenobarbital, primidon en fenytoïne) kunnen het vitamine D-metabolisme versnellen waardoor op den duur een tekort aan vitamine D kan ontstaan. Ook inname van valproïnezuur, een niet-enzyminducerend anti-epilepticum, kan uiteindelijk leiden tot een verlaagde vitamine D-spiegel. Bij gebruik van anti-epileptica is het risico op fracturen dan ook sterk verhoogd en is regelmatige controle van de botstatus gewenst.

Corticosteroïden interfereren op diverse wijzen met het metabolisme van vitamine D. Bovendien neemt bij het gebruik van corticosteroïden de absorptie van calcium af en neemt de uitscheiding van calcium toe. Bij langdurig gebruik van corticosteroïden wordt extra calcium en vitamine D aangeraden.

Heparine (niet-gefractioneerd), een antistollingsmiddel, remt de omzetting van vitamine D in de nieren naar de actieve vorm. Bij langdurig gebruik van een hoge dosering heparine kan osteoporose ontstaan. Cimetidine remt (waarschijnlijk) de activeringsstap van vitamine D in de lever. Mogelijk geldt hetzelfde voor andere H2 receptorantagonisten, maar dit moet nog worden bevestigd in onderzoek.

Tot slot kan langdurig gebruik van tuberculosemiddelen (isoniazide en rifampicine) of gebruik van het antimycoticum ketoconazol leiden tot een verlaagde vitamine D-spiegel.

Bij digoxine gebruik kan door vitamine D-suppletie het risico op hartritmestoornissen toenemen door vitamine D geïnduceerde hypercalciëmie. Door het gebruik van thiazidediuretica (zoals indapamide, hydrochloorthiazide, chloorthiazide en chloortalidon) neemt de uitscheiding van calcium af. Bij het gebruik van vitamine D in combinatie met deze medicatie moet rekening gehouden worden met hypercalciëmie. Over de doseringen vitamine D waarbij hypercalciëmie kan optreden in combinatie met genoemde medicatie is helaas onvoldoende informatie beschikbaar, maar geadviseerd wordt om voorzichtigheid te betrachten met vitamine D-suppletie bij patiënten die deze medicatie gebruiken.

Andere interacties met reguliere of natuurgeneesmiddelen zijn ook mogelijk. Raadpleeg hiervoor een deskundige.

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine D varieert in België tussen 2,5 microgram per dag voor personen tussen 4 en 50 jaar tot 12,5 microgram voor personen boven de 70 jaar. Afhankelijk van de blootstelling aan zonlicht en de huidpigmentatie, kan daar nog 2,5 microgram bijkomen. In de ogen van veel deskundigen zijn deze hoeveelheden te laag en aan herziening toe.

Om vanuit een toestand van deficiëntie de vitamine D-spiegels weer normaal te krijgen zijn deze hoeveelheden zelfs volstrekt onvoldoende. Daarvoor zijn doseringen nodig die ver boven de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden uitgaan.

Vitamine D kan een synergistisch effect hebben bij een behandeling met bisfosfonaten, oestrogenen of raloxifeen, om de botmineraaldichtheid te verhogen.

AJOUTER AU PANIER