Hoeveel vitamine C we nodig hebben, is onderwerp van felle discussies. De doseringsadviezen die gegeven worden variëren tussen 60 mg en 18.000 mg per dag voor gezonde personen. Bij ziekte en stress kunnen de doseringsadviezen nog verder oplopen.
Vrijwel alle diersoorten kunnen zelf vitamine C produceren. De geproduceerde hoeveelheden zijn al snel enkele tientallen milligrammen per kilogram lichaamsgewicht per dag. Wanneer een dier onder stress staat, kan dat zelfs oplopen tot zo’n 200 tot 300 mg per kilogram lichaamsgewicht per dag.
Het is niet raar om te veronderstellen dat wanneer de mens het vermogen om zelf vitamine C te produceren niet verloren zou hebben, onze eigen productie in dezelfde grootorde zou liggen. Dit zou de dagelijkse behoefte voor een gezond persoon op tenminste enkele grammen brengen.
Vaak wordt als bovenlimiet de zogenaamde ‘bowel tolerance’ aangehouden: de hoeveelheid vitamine C die net geen diarree veroorzaakt. Niet-opgenomen vitamine C verdwijnt namelijk naar de dikke darm, waar het water aantrekt en zo (osmotische) diarree veroorzaakt.
Bij hogere doseringen vitamine C wordt aangeraden een vitamine C-ascorbatenpoeder te gebruiken. Het is belangrijk de vitamine C-inname over de dag te spreiden om een evenwichtige opname te krijgen. Drie gram over de dag verspreid is veel effectiever dan één keer per dag vijf gram vitamine C. Vitamine C-kauwtabletten en een vitamine C-ascorbatenpoeder zijn voor dit doel zeer geschikt.